een oer-Hollands verhaal over Afrikaanse percussie
Een verteltheatervoorstelling waarbij muziek een belangrijke rol speelt. Als Benjamin Tuinman uit ‘t Goer neem ik u mee naar de wereld waar tussen de woorden altijd wel ritmische klanken te horen zijn. Met een energieke, humoristische, bijna clowneske manier van vertellen zet ik de zaal op zijn kop.
“Steek je handen eens uit de mouwen, vooruit laat je handjes eens wapperen.” Ja, die moeder van Benjamin Tuinman uit ’t Goer weet wel hoe ze haar zoon aan het werk moet zetten. Ze heeft altijd wel een klusje voor hem. Het grind harken, de stoep vegen. “Ga jij maar eens wat hout halen, dan kan de kachel vanavond ook nog branden!” Hout is er genoeg, dat weet iedereen die aan de rand van het Sprokkelbos woont. Maar hoe ver kun je het bos ingaan zonder dat je verdwaalt of zonder dat er vreemde dingen met je gebeuren? Dat weet niemand. Want niemand uit ’t Goer weet waar het Sprokkelbos ophoudt en niemand is ooit voorbij de grote eik geweest. Want voorbij de grote eik groeien de bomen zo dicht op elkaar dat je er nauwelijks tussendoor kunt lopen en soms klinken er vreemde geluiden in dat stuk van het bos. Benjamins vader zegt dat het bos betoverd is. Hij zegt dat de bomen er kunnen praten. Dat lijkt Benjamin wel wat, praten met de bomen, maar hoe begin je aan zoiets? Op een dag gaat Benjamin per ongeluk net iets te ver het bos in en dan ontdekt hij het…
Een verhaal vol vreemde gebeurtenissen, tikkende takken en andere geluiden. En je mag nog meedoen ook; tenminste, als je weet hoe je je handjes moet laten wapperen.